Trividend investeert in circulaire mode
Deze week vindt in de Lichtstad de hoogmis van de haute couture plaats: de Paris Fashion Week. Aan al die glitter en glamour is meer dan één duister randje. Daarom investeert Trividend in circulaire mode. Een overzicht.
De Atacama woestijn is één van de droogste plekken op deze aardbol. Toch is er in deze braadpan heel wat – vervuilende – economische activiteit. Uit het Salar de Atacama, het grootste zoutmeer van Chili, wordt bijvoorbeeld lithium gewonnen. Die lithium vind je in de batterij van je telefoon, je laptop en je auto. Ook de nieuwgevormde duinen verraden economische bedrijvigheid.
Die duinen bestaan jammer genoeg niet uit zand, maar uit onverkochte kledij, die van alle uithoeken van de wereld naar Chili wordt verscheept. Zo’n 60.000 ton aan onverkochte kledij uit de VS en Europa zou jaarlijks in Noord-Chili aanmeren. De kledingstukken zijn bedoeld voor doorverkoop, maar amper een derde is effectief dat lot beschoren. Dat het verboden is de kledij te dumpen op onze vuilnisbelten, toont aan dat het afval niet zo ongevaarlijk is als je zou vermoeden. De kleren zitten tjokvol met giftige, niet-afbreekbare kleurstoffen. En dan focussen we alleen op het einde van de levenscyclus van je afgedragen koopje.
Allicht minder gekend: een nieuwe jeans vraagt tijdens het productieproces zo’n 7500 liter water. Dat is wat een gemiddelde mens drinkt… op zeven jaar. Het UNCTAD schat dat de mode-industrie jaarlijks 93 miljard kubieke meter water verbruikt, genoeg om de dorst van alle Vlamingen te lessen. De mode-industrie is ook verantwoordelijk voor 8 à 10% van de uitstoot van broeikasgassen, meer dan de lucht- en scheepvaart samen. Het doet de VN concluderen dat de mode-industrie, na de olieproducerende industrie, de meest vervuilende ter wereld is.
Gelukkig is er licht aan de einde van deze gitzwarte tunnel. Een nieuwe Europese regel, de zogenoemde uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) gaat in op 1 januari 2023. Dan worden de producenten van consumentenkleding verantwoordelijk voor de inzameling, de recyclage, het hergebruik en het afvalbeheer van hun producten. Wat nog sterker is: Trividend en een aantal van zijn klanten hebben helemaal niet gewacht op de overheid. Niet alleen hadden ze oog voor het probleem, een aantal onder hen hebben innovatieve oplossingen uitgewerkt. Een kort overzicht van de duurzame mode-initiatieven waar Trividend in betrokken is.
HNST
HNST – lees: ‘Honest’ – ziet het levenslicht in de zomer van 2016. De katoenvezels in een HNST-jeans zijn voor 56 percent afkomstig van oude vermalen denim. De broek bevat nauwelijks schadelijke chemicaliën of labels – zelfs het wasvoorschrift is op de stof gedrukt. In tegenstelling tot de 7500 liter water die een klassieke jeans opslorpt, is dat voor een HNST-exemplaar maar 360 liter. En een HNST-jeans is 100 procent recycleerbaar. In de prijs van een broek – 135 euro – zit ook 15 euro waarborggeld vervat. Een absoluut revolutionaire jeans, met andere woorden. Bij de eerste stappen van het bedrijf kreeg HNST een renteloze lening van Trividend Provincie Antwerpen.
Fast forward naar 2022. HNST breidt uit en brengt na de circulaire jeanscollectie nu ook een eerste duurzaam T-shirt uit. Het heavy weight T-shirt combineert 80 procent gerecycleerd en 20 procent biologisch katoen. Zo wil het merk opnieuw een tegengewicht vormen tegen de vervuilende mode-industrie.
Eva Engelen, Sustainability & Product Manager bij HNST, legt uit: “Er was vraag bij de klanten naar een mooi, simpel, basic T-shirt met een zo klein mogelijke ecologische impact. Logisch ook, jeans wordt vaak gedragen met een T-shirt.”
De uitbreiding van het assortiment komt na een nieuwe kapitaalinjectie, eind 2021, van net geen miljoen. Eerder hadden Trividend en Freshmen (het investeringsfonds van Fiets!-oprichter Hendrik Winkelmans, Wouter Torfs en JBC-topman Bart Claes) al geïnvesteerd in de groei van HNST. Ook een Cultuurkrediet van Hefboom zorgde voor de nodige financiële armslag. Onlangs kwam, bovenop een Antwerpse en Nederlandse ondernemersfamilie, ook Anne Chapelle (modeondernemer achter de Ann Demeulemeester en Haider Ackerman) mee aan boord.
Naast een uitbreiding van het assortiment wil HNST ook nieuwe markten aanboren, onder andere Duitsland en de Verenigde Staten: “We hebben al verkooppunten in België, Frankrijk en Japan. In België wordt HNST verkocht bij Supergoods in Mechelen, Antwerpen en Gent, Sway en Portobello in Leuven, Housewarming en Castart in Antwerpen, Sally 4th in Schilde en Just Hazel in Gent. Uitbreiden naar andere markten is erg belangrijk voor ons.”, besluit Engelen.
Resortecs
Cédric Vanhoeck studeerde industrial design aan de TU Delft, waar tien jaar geleden al veel aandacht was voor de circulaire economie. Ondertussen werkt Cédric, samen met co-founder Vanessa Counaert fulltime voor Resortecs. Ze ontwikkelden Smart Stitch: naaigaren die op hoge temperatuur oplossen. Zo kun je kleding in verschillende stukken stof verdelen, waardoor deze kunnen gerecycleerd worden tot nieuwe kledingstukken.
Resortecs wil aantonen dat circulair ondernemen financieel perfect haalbaar is. Vanhoeck spreekt van een return on investment van 300 procent. “Netto komt dat neer op 1,50 euro per kledingstuk”, stelt hij. Cédric benadrukt dat duurzaamheid en ecologische impact op een financiële manier bekeken moeten worden.
“We moeten af van het softe imago van duurzaamheid. Money talks. Wij kloppen aan bij de modeketens en rekenen uit wat al die onverkochte kledingstukken hen kosten. Dat gaat tot 3 procent van hun jaarlijkse omzet. Meestal schrikken ze van die kostprijs. Pas als ze die link leggen, zullen oplossingen sneller gebruikt worden.”
En de ecologische winsten? Die komen daar nog eens bovenop. Uit een levenscyclusanalyse blijkt dat gedemonteerde kleding tot de helft minder CO2 uitstoot en 98 procent minder water nodig heeft bij de verwerking.
Ondertussen heeft Resortecs verschillende prijzen gewonnen, waaronder de Global Change Award van H&M. Niet alleen de grote geldsom die Resortecs kon investeren, maar ook de aandacht die ze kregen, zorgden voor een grote boost. Al is de weg nog lang: “Er zijn ondertussen veel mensen bezig met duurzaamheid. Maar het blijft moeilijk uit te leggen. De complexiteit van het naaigaren en circulaire mode is iets wat mensen nog steeds niet goed vatten.”
Nu heeft Resortecs alleen nog naaigaren, maar Cédric hoopt binnenkort ook drukknopen te lanceren. Naast de mode-industrie kijkt hij ook naar andere sectoren. Zo werkte Resortecs al samen met een start-up in de meubelindustrie. “Wij zijn geen naaigarenbedrijf, maar een bende ingenieurs met kennis van circulair denken.”
KOMRADS
Mark Vandevelde en Greet Goegebuer brachten samen de allereerste 100% vegan sneaker collectie in België op de markt. De sneakers zijn gemaakt uit appel-leer en gerecycleerde materialen.
“We brengen een kwaliteitsvolle, comfortabele en modieuze sneaker op de markt die geen schade toebrengt aan onze planeet. Een sneaker waarvoor we geen natuurlijke grondstoffen hoeven te oogsten en die volledig is gemaakt van hergebruikte en gerecyclede materialen. We willen hét referentiemerk worden wanneer het aankomt op duurzame sneakers. Ons doel is om in dit segment op nummer 1 te staan en ons verhaal en de collectie wereldwijd bekend te maken.”
In tegenstelling tot andere duurzame modemerken verkondigt Komrads niet ‘de schoonste’ of ‘meest duurzame’ te zijn. “Het was wel ons doel”, lacht Mark. “Maar dat was heel opportunistisch, erg moeilijk en vooral veel duurder dan gedacht. We proberen het nu zo goed mogelijk te doen.”
De sneakers worden daarom in Portugal geproduceerd, zodat ze zeker onder de Europese arbeidersvoorwaarden gemaakt worden. Daarnaast belooft Komrads een zo laag mogelijke impact op de planeet te hebben. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van gecertificeerd appelleer, gerecycleerd rubber en een korte productieketen.
“Wist je dat elk jaar 12 miljoen ton plastic in onze oceanen wordt gedumpt. Dit is 80% van al het zeeafval, zowel in het oppervlakte water als in de diep zee oceaanafzetting. Daarom brengt Komrads een OCNS-collectie op de markt. Sneakers gemaakt van plastic afval uit onze oceanen. En om de cirkel rond te maken, zullen de sneakers – eens ze volledig afgedragen zijn – weer teruggestuurd kunnen worden naar het bedrijf om zo te verwerken in nieuwe sneakers.”
“We willen het betere alternatief zijn dan de sneakers op de markt”, zegt Vandevelde. “Ons duurzaam en lokaal verhaal slaat aan bij consumenten. We zien het in de cijfers. We mikken dit jaar op een omzet van een miljoen euro. Natuurlijk willen we winst maken, maar dan vooral happy people profit. Daarom hebben we een eerste kapitaalsronde achter de rug waarbij klanten een aandeel van het bedrijf konden kopen. Ook Hefboom hielp ons met een Cultuurkrediet”.
Yuma labs
Andere modeaccessoires zijn moeilijker te recycleren. Een zonnebril bestaat uit kleine onderdelen van kunststof. Die is moeilijker te herbestemmen dan de mouwen van de ski-jas die bij Resortecs uit de oven kwam.
Of niet? Lenja Doms, partner bij Yuma Labs, toont dat ook dat perfect mogelijk is. Yuma Labs is een brillenmerk dat met petflessen of materialen van oude brillennieuwe zonnebrillen produceert. Doms’ vennoot Sebastiaan de Neubourg begon Yuma Labs vanuit zijn garage, met een 3D-printer en een droom. Hij maakte er op bestelling zonnebrillen van afvalstromen. “Dat was sympathiek en superschattig, maar wij willen niet rommelen in de marge.”
Vandaag gaat Yuma Labs samenwerkingen aan met grote, internationale of internationaal gerenommeerde merken en ontwerpers, van COS tot Christian Wijnants. Circulair ondernemen blijft een lastig marketingverhaal, ondervindt Doms. “Om impact te kunnen hebben, heb je schaal nodig. We willen niet gewoon een klein merk zijn dat zonnebrillen aanbiedt, we willen tonen dat dat soort modellen wel degelijk werkt.”
“In 2017 was het allereerste prototype klaar”, vult Lenja Doms aan. “Sebastiaan heeft toen financiering gezocht via een crowdfundingcampagne. De opstart kwam er onder andere met een renteloze lening van Trividend Provincie Antwerpen. Via Kickstarter deed hij zijn plannen uit de doeken, en probeerde hij mensen te sensibiliseren over de circulaire economie. En niet zonder succes: in amper zes uur tijd had hij het beoogde bedrag binnengehaald! Ook in de pers werd het verhaal van de Antwerpse start-up gebracht, zelfs Reuters schreef er een artikel over.”
3D-printing als productiemethode bleek weinig toekomstbestendig. Yuma Labs schakelde over op spuitgieten. “Dat stelt ons in staat om een hogere kwaliteit aan een hogere snelheid op te leveren”, legt de Neubourg uit. “Een noodzaak, want we mikken niet langer uitsluitend op een nichepubliek van ecolovers. Die wisten we eigenlijk relatief snel te bereiken. We willen nu echt het grote publiek aanspreken.”
Sowieso willen we consumenten de les niet spellen – we hebben hen juist nodig om van Yuma Labs een succes te maken. Na het succes van de eerste campagne startten de Neubourg en Doms in de zomer van 2019 een tweede crowdfundingcampagne via Indigogo. Het doel was 10.000 euro ophalen voor de financiering van nieuwe, honderd procent circulaire zonnebrillen. In totaal wist de start-up maar liefst meer dan 35.000 euro in te zamelen. Op dat moment kwam ook Trividend zelf ten tonele.
“We denken heel bewust na over het verhaal dat we brengen”, verduidelijkt Doms. “Sowieso willen we consumenten de les niet spellen – we hebben hen juist nodig om van Yuma Labs een succes te maken. Zijn ze hun bril beu of is er iets stuk, dan kunnen ze die gewoon weer opsturen naar ons.Zo kunnen we er opnieuw mee aan de slag en krijgt elke bril een nieuw leven. Dat is hoe we de cirkel rondmaken. De brillen zijn een mooi begin, maar ik wil eigenlijk het hele bedrijf circulair maken. Mocht dat uiteindelijk niet lukken, dan stop ik er liever mee.”
Wil jij ook iets doen om de mode-industrie een stuk duurzamer te maken? Hefboom en Trividend denken met je mee over de financiële mogelijkheden. Contacteer Jesse bij Trividend of Ben bij Hefboom.